familie "de Coninck"
# | inventaris | item | begindatum einddatum |
---|---|---|---|
1 | DC.1/1.0.0 | Eigendomsoverdracht van enkele poldergronden van de koopman/bankier Hans de Coninck (1589-1675) en Maria De Buckere (+ 1671) aan de kinderen van hun zoon, Johan de Coninck (1619-1684), en aan hun dochter Anna de Coninck, begijn op het Antwerpse begijnhof. Deze transactie werd geattesteerd voor de Antwerpse schepenen Hendrick van de Werve en ridder Hendrick van Halmale. (kopie zie DC.1/3.0.0) | 24/12/1670 13/02/1671 |
2 | DC.1/2.0.0 | Kopie van het testament van de koopman/bankier Hans de Coninck (1589-1675) en Maria De Buckere (+ 1671) opgemaakt in hun woning op de Paardenmarkt door notaris Ambrosius Sebille, in aanwezigheid van Johan François Sebille en Peeter 't Kint als getuigen. Naast de gelegateerde landgoederen (zie DC.1/1.0.0) was er zowel voor de kinderen van hun zoon Johan de Coninck (1619-1684), alsook voor de kinderen van hun overleden zoon François de Coninck (1621-1662) en voor hun dochter Anna de Coninck, begijn op het Antwerpse begijnhof, telkens een eenmalige som van 20.000 gulden voorzien. (origineel zie DC.1/4.0.0) | 30/12/1670 30/12/1670 |
3 | DC.1/3.0.0 | Kopie uit het schepenregister aangaande de eigendomsoverdracht van enkele poldergronden van de koopman/bankier Hans de Coninck (1589-1675) en Maria De Buckere (+ 1671) aan de kinderen van hun zoon, Johan de Coninck (1619-1684), en aan hun dochter Anna de Coninck, begijn op het Antwerpse begijnhof. (originele schepenakte zie DC.1/1.0.0) | 24/12/1670 24/12/1670 |
4 | DC.1/4.0.0 | Testament van de koopman/bankier Hans de Coninck (1589-1675) en Maria De Buckere (+ 1671) opgemaakt in hun woning op de Paardenmarkt door notaris Ambrosius Sebille, in aanwezigheid van Johan François Sebille en Peeter 't Kint als getuigen. Naast de gelegateerde landgoederen (zie DC.1/1.0.0) was er zowel voor de kinderen van hun zoon Johan de Coninck (1619-1684), alsook voor de kinderen van hun overleden zoon François de Coninck (1621-1662) en voor hun dochter Anna de Coninck, begijn op het Antwerpse begijnhof, telkens een eenmalige som van 20.000 gulden voorzien. (kopie zie DC.1/2.0.0) | 30/12/1670 30/12/1670 |
5 | DC.1/5.0.0 | Kopie uit de notarisprotocollen van Ambrosius Sebille aangaande enkele aanvullingen van het testament (30/12/1670) van koopman/bankier Hans de Coninck (1589-1675) en Maria De Buckere (+ 1671). Zo legateerde de weduwnaar 600 gulden aan de Antwerpse huisarmen en aan zijn dienstpersoneel een gezamenlijke som van 450 gulden. De dienstmeiden Catelijne en Joanna Zavelboom ontvingen respectievelijk 200 en 150 gulden eens. Indien zij bij het overlijden van hun meester nog in dienst zouden zijn, mochten zij rekenen op een bijkomend legaat van 78 gulden. Voor zijn carrossier, Adriaen Vanden Heuvel, voorzag de erflater een bedrag van 100 gulden. Tot slot kregen de kinderen van zijn overleden zoon François de Coninck (1621-1662) een aanvullende som van 4.000 gulden. Deze codicil werd opgemaakt in het woonhuis van notaris Sebille in de Israelstraete in aanwezigheid van de getuigen Hendrick Dassonvil en Johan François Sebille. | 14/11/1674 14/11/1674 |
6 | DC.1/6.0.0 | Goederenstaat van de de nalatenschap (35.141 gulden, 14.25 stuivers) van koopman/bankier Hans de Coninck (1589-1675), weduwnaar van Maria De Buckere (+ 1671). De universele erfgenamen waren wijlen Johan de Coninck (1619-1684) en diens zuster Anna de Coninck, begijn op het Antwerpse begijnhof (elk 17.570 gulden, 17.12 stuivers). Het erfdeel van Johan de Coninck ging naar zijn elf kinderen, die naast het vooziene erfdeel een aanvullende som van 7.200 gulden ontvingen. Uit het eerste huwelijk met Anna Maria Macquereel (+ 1661) ontsproten: Johannes Franciscus de Coninck, Anna Maria de Coninck (gehuwd met Justus Anthonius De Jonghe, zetelend in de Provinciale Raad van Vlaanderen, die tevens optrad als haar momboir), Isabelle de Coninck (geestelijke dochter) en Jacobus de Coninck (1661-1724), die de familiezaak zou overnemen. Het tweede huwelijk met Helena Chauvin (1641-1698) bracht zeven niet nader genoemde kinderen voort. Andere erfgenamen waren: Janneken Zavelboom (dienstmaagd - erfgenaam), Catelijne Zavelboom (dienstmaagd - erfgenaam), en Adriaen Vanden Heuvel (carrossier - erfgenaam). Haar broer Paulo Michiel Chauvin, tevens aalmoezenier van Antwerpen, trad op als testamentair executeur. De goederenstaat werd op 20/02/1685 goedgekeurd door de Antwerpse binnenburgemeester Jacob Antoon De Witte en stadssecretaris A. Van Valckenisse. | 21/02/1685 21/02/1685 |
7 | DC.1/7.0.0 | Tweede exemplaar van de goederenstaat van de nalatenschap (35.141 gulden, 14.25 stuivers) van koopman/bankier Hans de Coninck (1589-1675), weduwnaar van Maria De Buckere (+ 1671). De universele erfgenamen waren wijlen Johan de Coninck (1619-1684) en diens zuster Anna de Coninck (+ 1682), begijn op het Antwerpse begijnhof (elk 17.570 gulden, 17.12 stuivers). Het erfdeel van Johan de Coninck ging naar zijn elf kinderen, die naast het voorziene erfdeel een aanvullende som van 7.200 gulden ontvingen. Uit het eerste huwelijk met Anna Maria Macquereel (+ 1661) ontsproten: Johannes Franciscus de Coninck (priester), Anna Maria de Coninck (gehuwd met Justus Anthonius De Jonghe, zetelend in de Provinciale Raad van Vlaanderen, die tevens optrad als haar momboir), Isabelle de Coninck (geestelijke dochter) en Jacobus de Coninck (1661-1724), die de familiezaak zou overnemen. Het tweede huwelijk met Helena Chauvin (1641-1698) bracht zeven niet nader genoemde kinderen voort. Andere erfgenamen waren: Janneken Zavelboom (dienstmaagd - erfgenaam), Catelijne Zavelboom (dienstmaagd - erfgenaam), en Adriaen Vanden Heuvel (carrossier - erfgenaam). Haar broer Paulo Michiel Chauvin, tevens aalmoezenier van Antwerpen, trad op als testamentair executeur. De goederenstaat werd op 20/02/1685 goedgekeurd door de Antwerpse binnenburgemeester Jacob Antoon De Witte en stadssecretaris A. Van Valckenisse. | 21/02/1685 21/02/1685 |
8 | DC.1/8.0.0 | Akte in het Latijn (nog te vertalen) | 01/01/1654 31/12/1654 |
9 | DC.1/9.0.0 | Kopie van het testament van Anna de Coninck (+ 1682), meesteres van het Antwerpse begijnhof, opgemaakt in haar woning op het Antwerpse begijnhof door notaris Reynier Vanden Berge, in aanwezigheid van Jan Faes (lijnwaadwever) en Niclaes Van Deuren als getuigen. In eerste instantie maakte de erflaatster 6.000 gulden, afkomstig van de nalatenschap van haar broer Egidius de Coninck, over aan de hulpbehoevende gemeenschap. De kinderen van haar overleden broer, François de Coninck (1621-1662), ontvingen 4.000 gulden. De nakomelingen uit het eerste huwelijk (met Anna Maria Macquereel + 1661) van haar andere broer, Johan de Coninck (1619-1684), mochten rekenen op 6.000 gulden, alsook op een bijkomende lijfrente van 100 gulden. Het resterende deel van de nalatenschap kwam toe aan Johan de Coninck (1619-1684), terwijl de neef van de erflaatster, priester Joannes Franciscus de Coninck, het huis met tuin op het Kiel in ontvangst mocht nemen. Deze laatste trad tevens op als testamentair executeur. | 08/06/1681 08/06/1681 |
10 | DC.1/10.0.0 | Goederenstaat van de de nalatenschap (26.095 gulden en 3,33 stuivers) van Anna de Coninck (+ 1682), meesteres van het Antwerpse begijnhof. De universele erfgenamen waren de elf overlevende kinderen van Johan de Coninck (1619-1684) uit zijn huwelijk met Anna Maria Macquereel (+ 1661) en Helena Chauvin (1641-1698). De goederenstaat werd op 20/02/1685 goedgekeurd door de Antwerpse binnenburgemeester Jacob Antoon De Witte en stadssecretaris A. Van Valckenisse. | 21/02/1685 21/02/1685 |
11 | DC.1/11.0.0 | Inventaris van de nagelaten documenten (renten, wisselbrieven, obligaties, ...) van Anna de Coninck (+ 1682), meesteres van het Antwerpse begijnhof, opgemaakt door notaris Ambrosius Sebille op vraag van priester Joannes Franciscus de Coninck, die optrad als testamentair executeur. | 04/06/1682 04/06/1682 |
12 | DC.1/12.0.0 | Tweede exemplaar van de goederenstaat van de de nalatenschap (26.095 gulden en 3,33 stuivers) van Anna de Coninck (+ 1682), meesteres van het Antwerpse begijnhof. De universele erfgenamen waren de elf overlevende kinderen van Johan de Coninck (1619-1684) uit zijn huwelijk met Anna Maria Macquereel (+ 1661) en Helena Chauvin (1641-1698). De goederenstaat werd op 20/02/1685 goedgekeurd door de Antwerpse binnenburgemeester Jacob Antoon De Witte en stadssecretaris A. Van Valckenisse. | 21/02/1685 21/02/1685 |
13 | DC.1/13.0.0 | Afrekening van het sterfhuis (nalatenschap) van Anna de Coninck (+ 1682). De vernoemde erfgenamen waren de elf kinderen van Johan de Coninck (1619-1684), wiens (stief)moeder Helena Chauvin (1641-1698) en oom Paulo Michiel Chauvin (tevens testamantair executeur en aalmoezenier te Antwerpen) optraden als testamentaire momboirs of voogden. Vier van deze kinderen stamden uit het eerste huwelijk van Johan de Coninck (1619-1684) met Anna Maria Macquereel (+ 1661) te weten: Johannes Franciscus de Coninck (priester), Anna Maria de Coninck (gehuwd met Justus Anthonius De Jonghe, zetelend in de Provinciale Raad van Vlaanderen, die tevens optrad als haar momboir), Isabelle de Coninck (geestelijke dochter) en Jacobus de Coninck (1661-1724), die de familiezaak zou overnemen. Achterstallige schulden dienden nog vereffend te worden door Anna Wiggers, weduwe van wijlen dokter Simon Des Mares, Franchois de Witte en Joos Eeijvaerts. Deze afrekening werd op 09/10/1685 goedgekeurd door de Antwerpse binnenburgemeester Jacob Antoon De Witte en stadssecretaris Andries Van Valckenisse. | 28/05/1685 28/05/1685 |
14 | DC.1/14.0.0 | Kwitantie waarin Johannes Franciscus de Coninck (priester) verklaarde ontvangen te hebben uit handen van Helena Chauvin (1641-1698), weduwe van Johan de Coninck (1619-1684) een derde deel van de erfenis van zijn zuster, Isabelle de Coninck (geestelijke dochter). Het resterende deel van de nalatenschap werd verdeeld onder Jacobus de Coninck (1661-1724), Anna Maria de Coninck (gehuwd met Justus Anthonius De Jonghe, zetelend in de Provinciale Raad van Vlaanderen, die tevens optrad als haar momboir) en de overlevende kinderen van het echtpaar Chauvin-de Coninck. Naast Helena Chauvin (1641-1698) trad ook haar broer, Paulo Michiel Chauvin (aalmoezenier te Antwerpen), op als testamentair voogd/momboir. | 08/02/1687 08/02/1687 |
15 | DC.1/15.0.0 | Balans van de deposito's (?) die werden beheerd door koopman/bankier Johan de Coninck (1619-1684). | 30/12/1661 30/12/1661 |
A - Aartselaar Cleydael Stier
C - Cogels
CS - Calvert Stier
DC - de Coninck
DG - de Gruben, Kramp, van Parijs, Martens, Fourmont, Fourment, van der Aa, Cardon, de Vlieghere, van Eupen, de Neuff, van Delft, Jordaens, van Horenbeeck, Beeckmans, Pouppez de Kettemis, de Turck, della Faille
H - van Havre
HS - van Havre Schoten
M - Melijn
P - Peeters d'Aertselaer
V - de Weerdt Rubens
VE - van Ertborn
VS - van Havre Stier
C - Cogels
CS - Calvert Stier
DC - de Coninck
DG - de Gruben, Kramp, van Parijs, Martens, Fourmont, Fourment, van der Aa, Cardon, de Vlieghere, van Eupen, de Neuff, van Delft, Jordaens, van Horenbeeck, Beeckmans, Pouppez de Kettemis, de Turck, della Faille
H - van Havre
HS - van Havre Schoten
M - Melijn
P - Peeters d'Aertselaer
V - de Weerdt Rubens
VE - van Ertborn
VS - van Havre Stier